dinsdag 9 november 2010

Ontwikkelingshulp kun je heel goed zelf doen

7.45 uur. Ik zit tegenover huisgenoot Derk nu eens een keer niet in de veewagon naar Leiden Centraal, maar in een verlaten intercity naar Schiphol om daar over te stappen op de overvolle ambtenaarexpress naar Den Haag Centraal. Niet anders dan normaal lees ik de gratis kwaliteitskrant (?) De Pers. Al snel valt mijn oog op het artikel ‘Ontwikkelingshulp kun je ook heel goed zelf doen’, vlak naast een artikel met Fleur Agema van de PVV in de hoofdrol dat ik logischerwijs oversla. Zonder me uit te laten over de vraag of ik het eens ben met de 900 miljoen aan ontwikkelingshulp die geschrapt wordt, kan ik me zeker vinden in het intensiever betrekken van het bedrijfsleven bij de opgave om de 4 mrd mensen die de zogenaamde Base of the Pyramid vormen naar een hoger plan te tillen.

Het artikel gaat over het Katakle initiatief. Een clubje van ‘cijfermatig gedreven’ mensen; vijftig ondernemers, zakenmensen, advocaten en accountants als ‘alternatief ministerie voor ontwikkelingssamenwerking’. ‘Katakle zet nietin op grootschalige infrastructuur in grote steden, maar zet epicentra op in middelgrote dorpen. Openbare gebouwen met meerdere functies, zoals een school, medische post en een door vrouwen gerunde microkredietbank. Ook leren mensen er over aidspreventie, ondernemersvaardigheden en landbouwtechnieken.’ Op korte termijn wil Katakle nog eens 150 ondernemers en bedrijven mobiliseren voor funding.

Op m’n werk aangekomen pak ik meteen de telefoon om contact met Katakle op te nemen. Eens kijken wat ze met water doen. Dat blijkt veelal al integraal onderdeel uit te maken van de opgerichte epicentra, maar oud-directeur Elisabeth Roelvink staat zeker open voor contacten met de watersector. Goed begin van de dag.

Hoewel ik erg te spreken ben van dit soort initiatieven, die op een meer bedrijfsmatige manier gemanaged worden, lijkt ook hier vanuit de bedrijven die de funding verzorgen sprake te zijn van een gift. Op zich is dat natuurlijk geen probleem, zolang er lokaal ondernemerschap ontstaat en mensen ‘self-supporting’ worden. Maar op deze manier blijft ontwikkeling afhankelijk van de welwillendheid van, in dit geval, een groep bedrijven. Bedrijven die hun gift, zo heb ik me laten vertellen, in principe niet terug zien. Nog beter zou het volgens mij zijn als er bij de investerende partijen naast een maatschappelijke, ook een financiële prikkel is en investeringen terugverdiend worden. Bijvoorbeeld doordat private partijen investeren in de ontwikkeling van ondernemers die in een later stadium bijvoorbeeld potentiële lokale partners kunnen worden, waarmee ze kunnen gaan samenwerken. Een combinatie dus van het investeren in ontwikkeling en tegelijkertijd het creëren van een soort first mover advantage op een onontgonnen markt. Het werken in ontwikkelingslanden biedt Nederlandse bedrijven ook innovatiekansen omdat ze geconfronteerd worden met andere randvoorwaarden en uitdagingen. Makkelijker gezegd dan gedaan zullen velen zeggen. Ongetwijfeld, maar volgens mij wel de toekomst. Ook voor een deel van de watersector.

2 opmerkingen:

  1. Arjan Wachtmeester25 november 2010 om 20:34

    Ger,

    wellicht spreekt dit jou aan: http://www.myc4.com/

    groet, Arjan

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ziet er goed uit inderdaad! Volgens mij zou zo'n market place echter wel alleen moeten investeren in duurzame businesses. There is no need in creating another America...

    BeantwoordenVerwijderen